• EN
  • NL

Arts Internationale Gezondheidszorg

Steun de campagne voor artsen Internationale Gezondheidszorg en Tropengeneeskunde (AIGT). Steun verbetering van wereldwijde gezondheidszorg.

  • Campagne
    • Over de campagne
    • Steun
    • Wie zijn wij?
  • Nieuws
    • Into the World nieuws
    • AIGT en COVID-19 in beeld
    • In de pers
  • Het boek
  • Verhalen
  • AIGT in beeld
  • Tips
  • Contact
    • Contact
    • TROIE

jun 21 2018

Wij zijn AIGT/ tropenarts 2.0 # 14 Tom Gresnigt

Na mijn geneeskunde opleiding in Groningen heb ik in Almelo de tropenopleiding gedaan, mede vanwege het romantisch beeld om allround dokter te zijn daar waar geen dokter is. Ik heb stage gelopen in Zuid-Afrika, Brazilië, Argentinië, Tanzania, Ethiopië, Oeganda, Gabon, Mozambique, Togo en Benin en heb vervolgens de afgelopen twee en een half jaar als tropenarts (arts internationale gezondheidszorg) gewerkt in Gabon en Sierra Leone.

Hoewel veel tropenartsen dromen hebben zoals Albert Schweitzer ruim honderd jaar geleden, is de tropenarts à la Albert Schweitzer of de tropenarts 1.0 toch steeds minder van deze tijd. Ontwikkelingslanden ontwikkelen zich steeds sneller en hebben meer en meer zelf medische faculteiten en vervolgopleidingen. Kennisoverdracht gaat niet meer in één richting, kennisuitwisseling zou beter passen. Zweedse assistenten chirurgie gaan tegenwoordig bijvoorbeeld naar Zuid Afrika om aan voldoende traumatologische exposure en knowhow te komen. Ik denk dat tropenartsen geen druppel op een gloeiende plaat moeten zijn door rurale plekken op te vullen, leeg gelaten door lokale artsen die liever in het buitenland of privé klinieken werken. Sustainable is een hip woord tegenwoordig, maar ook de bijdrage van de tropenarts zou die kant op moeten gaan door te zorgen dat kennis in de landen waar ze werken gecreëerd en/of gehouden wordt. Ook door wetenschappelijk onderzoek kan impact op beleid gemaakt worden en is de tropenarts 2.0 alive and kicking in de 21e eeuw en niet alleen iets van zwart-wit en polaroid foto’s.

Wel moeten we kritisch blijven op hoe we de tropenartsen adequaat kunnen blijven trainen in Nederland met meer en meer laparoscopische ingrepen en de komst van de da Vinci operatierobot in praktisch ieder ziekenhuis, en nu converteren van kijkoperatie naar ‘open chirurgie’ bijna een zonde aan het worden is. De komende decennia zal de kunstmatige intelligentie en technologie alleen maar toenemen, waardoor de gap met het werken in een district ziekenhuis alleen nog maar groter zal worden. De verplichte stage in de tropen is denk ik een goede stap, maar er zal mogelijk meer nodig zijn in de toekomst om de opleiding tot tropenarts te kunnen behouden.

Zelf heb ik twee jaar gewerkt als medical superintendent van Masanga Hospital in Sierra Leone. Naast klinisch werk en management taken waren we voornamelijk bezig met task sharing van chirurgische kennis en vaardigheden. In Sierra Leone zijn maar tien chirurgen waarvan er acht in de hoofdstad Freetown werken. Daardoor heeft de rest van het land niet tot nauwelijks toegang tot chirurgische zorg. Mede dankzij de Lancet Commission on Global Surgery is er nu voldoende aandacht voor dat chirurgie niet een luxe product is, maar essentiële basiszorg. Via het Noorse CapaCare leiden we in Masanga clinical health officers op in essentiële chirurgische vaardigheden, en dragen daardoor op een duurzame wijze bij aan chirurgie voor- en door Sierra Leoonse gezondheidswerkers.

De academische achtergrond van de tropenarts is van toegevoegde waarde naast de met name klinische ingestelde lokale clinical health officers en artsen. Met wetenschappelijk onderzoek kunnen beleidsbepalende verschillen worden gemaakt.
Zo hebben we vanuit Masanga afgelopen jaar met de minister van volksgezondheid een artikel over de alarmerende status van hepatitis B en C in het land in de Lancet gepubliceerd. Uit data van onze eigen bloedbank constateerden we dat van gezonde donoren die bloed voor familieleden doneerden circa 25% niet kon doneren vanwege viral bloodborne diseases. Naast de schrikbarende hoeveelheid jonge patiënten en zelfs kinderen met levercirrose was dit voor ons reden onze bevindingen aan te kaarten bij de minister die uiteindelijk als co-auteur het internationaal aanhangig heeft gemaakt waardoor het nu op de agenda staat en er beleidsplannen zullen volgen.

Mijn inziens heeft de AIGT absoluut meerwaarde voor de Nederlandse en ook de internationale gezondheidszorg. Door het werken in een district ziekenhuis leer je als arts managen, improviseren, bewust met kosten omgaan door het werken met beperkte middelen en tevens het omgaan met pathologie die je in Nederland alleen nog in de boeken aantreft.

Ook denk ik dat de brede basis met de nu steeds verder gaande superspecialisatie een goede aanvulling is bijvoorbeeld ten aanzien van het behoud van de algemene heelkunde. Onze opleiding tot AIGT is een unieke opleiding waar menig internationale collega jaloers op is, en het zou goed zijn als het ministerie van VWS ook trots zou zijn op wat bereikt is over de jaren en zich hard maakt voor het behoud van de opleiding in de toekomst.

Tom Gresnigt,
AIGT

Het onderzoek van Tom en collega’s over Hepatitis B en C kun je hier teruglezen.

Opereren met de chirurgie studenten in Masanga HospitalOpereren met de chirurgie studenten in Masanga Hospital
Tom met de co-auteurs van het Lancet artikel over Hep B/C in Sierra LeoneTom met de co-auteurs van het Lancet artikel over Hep B/C in Sierra Leone
Demonstratie tijdens darmnaden onderwijs aan chirurgie studentenDemonstratie tijdens darmnaden onderwijs aan chirurgie studenten
[/su_slider]

jun 01 2018

Wij zijn AIGT/ tropenarts # 13 – Henk Bijlmer

Een grotere aanwezigheid van artsen internationale gezondheidszorg in de Ebola-crisis van 2014, had het beloop van de epidemie vermoedelijk kunnen veranderen. Dat zegt voormalig hoofd Bacteriologie van het RIVM en oud-tropenarts Henk Bijlmer.

Bijlmer vertrok na de opleiding tot arts internationale gezondheidszorg (toen nog: tropenopleiding), samen met zijn vrouw, die zich specialiseerde in de oogheelkunde, in 1978 naar Kenia, alwaar hij in een missieziekenhuis met 210 bedden en 2 artsen werkte. Zijn werk betrof alle facetten van de kliniek; van infectieziekten tot verloskunde en van chirurgie tot preventieve zorg.

Terug in Nederland leek een toekomst als chirurg even nabij, maar door gebrek aan arbeidsmarkt en kansen na zijn opleiding voor dit specialisme, besloot Bijlmer van koers te veranderen en te starten met de opleiding tot arts-microbioloog. Gevraagd of hij het patiëntencontact in deze nieuwe fase niet miste, antwoordt Bijlmer: ‘’Mijn achtergrond als tropenarts heeft me in staat gesteld veel microbiologische casus vanaf de klinische kant te zien. Meer dan collega’s ben ik naar patiënten toegegaan. Die klinische insteek houd je altijd.’’ De beperkte ‘exotische’ casuïstiek maakte dat hij zijn werk in de volle breedte heeft uitgeoefend. Zijn link met de internationale gezondheidszorg hield hij middels bestuursfuncties bij de NVTG en met wetenschappelijk onderzoek naar hersenvliesontsteking in Gambia.

Na meer dan 20 jaar gewerkt te hebben in meerdere ziekenhuizen, ging Bijlmer de uitdaging aan om de klinische bacteriologie vanuit landelijk en internationaal perspectief te zien (en te beïnvloeden). Hij werd gevraagd als consulent bij – en werd uiteindelijk hoofd van – de bacteriologie in het RIVM. Hoewel hij inmiddels met pensioen is, maakt hij zich nog steeds hard voor de opleiding die ooit het startpunt van zijn werkzame leven vormde:

‘De essentie van de opleiding tot arts internationale gezondheidszorg is dat zij de mogelijkheid biedt, aansluitend ervaringen op te doen die je met geen enkele andere Nederlandse opleiding kan krijgen. De exposure (van ziektebeelden, van sociaal/culturele/ antropologische ‘conflicten’) is hier immers niet. Met de ervaringen die deze AIGT wél opdoen, wordt hun blik op de gezondheidszorg voorgoed veranderd.

Je zag het bijvoorbeeld tijdens de ebola-crisis een paar jaar geleden. Vanuit de Westerse wereld werden allerhande organisaties naar West-Afrika gestuurd, die maatregelen namen zonder soms goed na te denken hoe die maatregelen door de lokale bevolking werden ontvangen. Ineens liepen overal hulpverleners in maanmannetjespakken rond. De lokale bevolking werd wantrouwig en probeerde tot heel laat in het ziektebeloop het ziekenhuis te vermijden. De besmettelijkheid in een laat stadium is veel hoger dan in de vroege fase en de kans op verspreiding nam dus toe. Pas toen het hoofd van de ‘United Nations Task Force’ zich realiseerde dat een groot probleem van de matige opvang het gebrek aan acceptatie van de lokale bevolking betrof en aanpassingen doorvoerde, werd de cyclus doorbroken. Hadden er in de bestrijdingsteams meer tropenartsen (AIGT) gewerkt, die door hun opleiding en ervaring beter waren ingespeeld op samenwerking in een andere cultuur, respect zouden hebben gehad voor lokale gebruiken en kennisuitwisseling met lokale systemen aldaar zouden hebben kunnen bereiken, dan zou de epidemie vermoedelijk korter zijn geweest.

Doordat de meeste AIGT na dergelijke ervaringen terugkeren in de Nederlandse gezondheidszorg (resp. 1/3 wordt huisarts, 1/3 wordt medisch specialist en 1/3 kiest voor beleid/sociale geneeskunde) ontstaat een win-win situatie: De Nederlandse zorg kan van hun ervaringen en kunde meeprofiteren. En dat betreft heus niet alleen de triviale tropische ziekten. Ik kan me bijvoorbeeld herinneren dat ik een kinderarts sprak die vertelde dat zij nog nooit mazelen gezien had. Ik was verbaasd; in Kenia had ik tientallen kinderen gezien met dit ziektebeeld en zijn complicaties.

Bij onverwachte vragen buiten de bekende protocollen zoals wanneer een patiënt met een andere culturele achtergrond niet dezelfde verwachtingen bij een consult blijkt te hebben als de arts, kan de AIGT, die uitgebreide ervaring heeft in interculturele zorg tot een adequate behandeling en een goede arts-patiëntrelatie komen. Interculturele zorg, een groeiend onderdeel van de gezondheidszorg, hoort bij uitstek tot het takenpakket van deze artsen.

Ook wanneer zorg niet helemaal volgens plan loopt , bijvoorbeeld wanneer een patiënt zijn kuur antibiotica niet volgens voorschrift gebruikt heeft, bewijst de arts met een achtergrond als AIGT (die dit soort ‘praktische problemen’ vaker in de praktijk gezien heeft) zijn meerwaarde.

De toekomst van de opleiding moet daarom volgens Bijlmer ook door VWS worden veilig gesteld: ‘’Het is een ‘gewone’ opleiding. En ja, zo’n ‘gewone’ opleiding verdient ook ‘gewoon’ financiering.”

Jurre van Kesteren tijdens de Ebola crisis in Sierre Leone, 2014Jurre van Kesteren tijdens de Ebola crisis in Sierre Leone, 2014
Henk Bijlmer houdt zich bezig met waterkwaliteit in BangladeshHenk Bijlmer houdt zich bezig met waterkwaliteit in Bangladesh
Ebola epidemie Uganda, december 2007Ebola epidemie Uganda, december 2007

 

dec 07 2017

Wij zijn AIGT / Global Health doctor #12 – Juul Bakker

Juul Bakker contacted us in April as she was just ready to leave for a job in Gambo, Ethiopia. Half a year has passed and we recently asked Juul about her first experiences as global health doctor in Gambo General Rural Hospital.

Juul completed the postgraduate Global Health & Tropical Medicine programme in 2017 after a 6-month internship in Makunda, India, where she focussed mostly on obstetrics and paediatrics. ‘Here, I was able to train my clinical- and operative skills and work indepently, although supervision was always available. It was a perfect step-up to my first job as ‘real’ global health doctor.’

While in India, Juul started looking for jobs in the field and came across the job offer for a global health doctor for the Gambo Rural Hospital in Ethiopia, 250km south of Addis Abeba. As they required a doctor with a focus on maternal health the fit was perfect. Gambo Hospital was founded as a leprosy colony, but is now a general hospital with 150 beds. It serves a rural, mostly poor population. Juul works together with a local paediatrician and an internal medicine physician, as well as with Ethiopian medical students in their final year of training. Most employees are keen to work and the team is very close.

Juul spends her time predominantly in the maternity department. Here, she oversees antenatal clinic visits, helps patients with all sorts of gynaecological complaints and oversees both uncomplicated and complicated labour, conducting caesarean sections or assisted delivery if necessary. During out-of-hours shift she is also responsible for the paediatric-, surgical- and other admissions.

In Ethiopia around 350 women per 100.000 live births die (compare this to the Netherlands, where the mortality rate is 7 per 100.000!). To battle this, Juul and her colleagues are starting a community project. She explains: ‘About 25% of women still deliver at home with traditional birth attendants. Efforts to fight maternal mortality have to be conducted together with rural health centers and the birth attendants. Many complications are preventable. The last woman we lost for instance had travelled on horseback for three days, having passed several hospitals en route. If we work closer together in the community we hope that cases like this one, can become a thing of the past. The first step will be to get a feeling of how hospitals in our community approach maternal health. Then we will draw up a plan including supervised learning and (obstetric) clinical training sessions for all health personnel. ’

For more about the hospital, visit https://www.gambohospital.org/
Juul has a weblog, which can be accessed at https://tropentijd.wordpress.com

The entrance of Gambo HospitalThe entrance of Gambo Hospital
Ward rounds at the maternity wardWard rounds at the maternity ward
One of the local ‘ambulances’. These take pregnant women in emergency situations to the hospital. The community also has real ambulances, however they cannot reach all rural areasOne of the local ‘ambulances’. These take pregnant women in emergency situations to the hospital. The community also has real ambulances, however they cannot reach all rural areas

dec 03 2017

Wij zijn AIGT #11 – Hilde van Susante

Hilde van Susante vertrok anderhalf jaar geleden naar Sengerema in Tanzania om daar Niek Versteegde op te volgen als arts internationale gezondheidszorg in Sengerema Designated District Hospital. Samen met lokale collega’s verleent ze zorg in een ziekenhuis met 320 bedden dat al jaren door een Nederlandse non, zuster Marie-José Voeten, gerund wordt. Hilde werkt vooral op de chirurgische afdelingen.

De opleiding tot arts internationale gezondheidszorg (toen ‘tropenarts’) leek Hilde al vanaf haar tweede studiejaar interessant, nadat ze in Peru een stage had gedaan op de plastisch chirurgie. Later tijdens haar co-schappen kwam ze als coassistent bij de heelkunde Frank Garssen, oud tropenarts en toen in opleiding tot chirurg, tegen. Ze spraken uitgebreid over zijn verhalen en ervaringen in resource-poor settings en over Hilde’s toekomstplannen. Kort nadat Hilde werd aangenomen voor de opleiding kwam ze Garssen opnieuw tegen. Het leidde ertoe dat ze in zijn ziekenhuis, het Ziekenhuis Amstelland, aan haar eigen carrière in de global health zou beginnen.

Na haar opleiding ging Hilde in Sengerema aan de slag, ondersteund door de Nederlandse stichting Tweega Medica. Ze geniet. Door het grote aantal bedden en het ruime gebied waarvoor het ziekenhuis zorg verleent is er altijd veel te doen. Ze werkt samen met een team met lokale Tanzaniaanse basisartsen en een Tanzaniaanse gynaecoloog. Bij moeilijke casus is er daarom altijd mogelijkheid tot hoor en wederhoor en de mogelijkheid om met een collega aan een operatie te beginnen. Vooral met haar even oude collega Mpuya heeft Hilde een goede band; ze helpen elkaar regelmatig bij moeilijke casus en leren veel van elkaar.

De drukte, de continue ‘influx’ van ernstig zieke patiënten en de beperkte middelen vragen om een andere blik en veel flexibiliteit. Hilde vertelt: ‘’Ik probeer mijn eigen standaard te handhaven en streng voor mezelf te zijn. Mijn streven is om zo dicht mogelijk bij de kwaliteit van zorg te blijven die ik tijdens mijn opleiding in Nederland zag en leerde. Ik probeer mijn collega’s zoveel mogelijk de dingen die ik heb geleerd en wat ik belangrijk vind te leren. Daarnaast leer ik ook veel van hen, wat ons team sterk maakt. Soms is het echter lastig een balans te vinden tussen die ‘ideale situatie’ en wat hier haalbaar is. Toch merk ik dat ik daar beter in word naarmate de tijd verstrijkt. Ik zie oplossingen, waar ik ze een jaar geleden nog niet zag.’’ Voldoening haalt Hilde uit die momenten dat ze patiënten die ernstig ziek binnenkwamen het ziekenhuis uit ziet lopen. Ook de follow up van chronisch zieken zoals patiënten herstellende van brandwonden, geeft haar een goed gevoel. Hilde: ‘’Met het verstrijken van de tijd zie ik ze beter worden, daar word ik blij van.’’

Naast algemene patiëntenzorg houdt Hilde zich bezig met verschillende projecten van de Stichting Vrienden Sengerema Hospital. Dit is een stichting die door oud co-assistenten die een co-schap in Sengerema hebben gelopen is opgericht. Ze ondersteunen het ziekenhuis nu al 6 jaar en een van de taken van de arts in Sengerema is om in de gaten te houden hoe alle projecten lopen en waar behoefte aan is.
Daarnaast heeft ze haar eigen ‘liesbreuk’ project lopen in Sengerema. Al tijdens haar opleiding, maakte ze kennis met Operation Hernia, opgericht door een Engelse chirurg van Ghanese afkomst. Operation Hernia heeft als doel liesbreuken in ontwikkelingslanden zo goed mogelijk te behandelen, door lokaal personeel op te leiden om een eenvoudige en succesvolle operatie te verrichten. Bij gebrek aan matjes worden hiervoor gesteriliseerde muskietennetten gebruikt. In Sengerema heeft Hilde een aantal collega’s geleerd om ook op deze manier liesbreuken te behandelen. Twee collega’s opereren inmiddels zelfstandig. Inmiddels zijn 40-50 patiënten geholpen. Van alle patiënten worden de gegevens bijgehouden en de resultaten zijn veelbelovend. Omdat ze graag wil dat het project wijder verspreid kan worden in de regio en het ook in de toekomst door kan gaan, organiseert ze in november een officiële trainingsweek in Bugando, het verwijzingsziekenhuis van de regio. Alle chirurgen in opleiding, maar ook basisartsen uit de regio zullen hier met hulp van een chirurg van ‘Operation Hernia’ getraind worden. Na de cursus wordt Bugando het centrum voor de matjes en kunnen de cursisten daar hun matten krijgen. Zo kunnen ze in hun eigen districtziekenhuizen aan de slag, kunnen ze patiënten behandelen en collega’s enthousiasmeren. Waar die muskietennetten al niet goed voor zijn!

Lees meer over ‘Operation Hernia’, via: http://www.operationhernia.org.uk/

Hilde blogt voor Tweega Medica en Stichting vrienden Sengerema hospital, voor haar laatste blog, zie:

http://www.tweegamedica.com/ongewone-attributen-in-sengerema/

http://www.stichtingvsh.nl/vsh3/2015-01-08-18-44-48/blog/216-blog-hilde-5-creatief-met-condooms

Sengerema District Designated Hospital is een districts-ziekenhuis in het Westen van Tanzania, niet ver van Lake Victoria. Het verwijzingscentrum Bugando in Mwanza ligt op 2 uur afstandSengerema District Designated Hospital is een districts-ziekenhuis in het Westen van Tanzania, niet ver van Lake Victoria. Het verwijzingscentrum Bugando in Mwanza ligt op 2 uur afstand
Hilde in de gang tussen polikliniek en de klinische afdelingen in Sengerema District Designated HospitalHilde in de gang tussen polikliniek en de klinische afdelingen in Sengerema District Designated Hospital
Hilde leert haar collega Mpuya om een liesbreukoperatie uit te voeren met een matje van muskietengaas (Lichtensteinplastiek)Hilde leert haar collega Mpuya om een liesbreukoperatie uit te voeren met een matje van muskietengaas (Lichtensteinplastiek)
De matten voor de ingrepen worden gemaakt van gesteriliseerd muskietennetDe matten voor de ingrepen worden gemaakt van gesteriliseerd muskietennet

nov 08 2017

Wij zijn AIGT/ MDGlobalHealth #10 – Jeannette van Os

Jeannette van Os completed the ‘old’ MD Global Health program in the Netherlands and has been working and living in Malawi since 2005. We asked her about her life and especially how it is to raise a family so far away from home.

“I don’t really remember anymore when I made the decision to become an MD Global Health. I think the idea originated in reading books written by doctors that worked for Memisa and Doctors without Borders. My first experience with global health and tropical medicine was a research project I did as a medical intern in Suriname, where I studied preventative measures for parasitic gut infections in children. Subsequently I conducted internships in Zambia and Zimbabwe, which confirmed my choice of wanting to specialize in international health and tropical medicine.”
Coming from Zimbabwe, Jeannette met her current employer, who was then planning to set up a clinic in Malawi. The clinic was to be a memorial for her son, who died in the lakeside town of Cape Maclear, next to Lake Malawi. After specializing in global health and initially working in Zambia for a while, Jeannette started working in the newly founded @Billy Riordian Memorial Clinic in Cape Maclear.

“My work in the clinic includes seeing patients as a general practitioner. We also have a small ward for short-term admissions. Surgical and obstetric patients are referred to the community hospital in Monkey Bay, 25km from our clinic. The main focus of my work are the consultations I do in our HIV-clinic, where we treat HIV-patients with anti-retrovirals and provide long term follow-up. Additionally, I supervise the other doctors and nurses who do voluntary work in the clinic, and residents from the Irish General Practitioner program who can choose to do an internship in our clinic as part of their residency.”

In Cape Maclear Jeannette met her husband, who ran a lodge in Cape Maclear. Eleven years later, they have two daughters, one of six and one of nearly ten years old. “They’ve both been born in the Netherlands, but were raised in Malawi. In their early years they studied at the local school. Currently they’re being home-schooled by Dutch teachers who stay with us for at least half a year at a time. They teach our children in the morning according to the Dutch educational system, and work for local charity projects in the afternoon.”
“Our children are being raised in a very diverse manner. In the morning they’re taught in Dutch, and in the afternoon in Chichewa (the local language) by a local nanny, together with their Malawian friends. Local kids play around our house often, and our eldest daughter’s best friend regularly has dinner at our house. During those dinners, me and my husband speak English, the children speak Chichewa and I speak with my children and their friends in Dutch. As a result, the best friend of our daughter actually speaks Dutch pretty well, and our children have learnt three languages!”

“Our future plans aren’t set yet, but we are thinking about moving out of Malawi once our children reach the age where they’d need to go to secondary school. We want to give them the same possibilities that we had, but our income doesn’t allow us to send our children to an international school in Malawi. We’re planning not to return to Europe. I wish to continue working in global health. Therefore we are thinking about moving to an area like rural Australia, where education is good but due to the isolated and challenging location, clinical work as a doctor can resemble working in minimal resource settings like Malawi every now and then.”

22713600_1738218803151435_662548806611769647_o
22713154_1738218806484768_8693497119880497674_o

okt 14 2017

Plastische chirurgie VUmc gaat onderzoek doen in Tanzania

De afdeling plastische chirurgie gaat brandwondenonderzoek doen in Haydom, in het noorden van Tanzania. Daar willen we natuurlijk meer van weten! We stelden onderzoeker Thom Hendriks, arts Internationale Gezondheidszorg en onderzoeker bij afdeling plastische chirurgie, een paar vragen:

Onderzoek in Tanzania. Dat is geen alledaagse kost voor VUmc chirurgen?

“Klopt helemaal. Sinds 3 jaar gaan VUmc plastisch chirurgen op medische missie naar Tanzania, met ondersteuning van de organisatie  Dokters van de Wereld. Tijdens de 2-weekse missie geven zij training aan Tanzaniaanse chirurgen, op gebied van basale chirurgische behandeling van brandwonden en moeilijke weefsel defecten. Samen behandelen ze patiënten die in de maanden daarvoor zijn verzameld. Daarbij trainen de Nederlandse specialisten de lokale chirurgen en verpleegkundigentijdens operaties, skills-seminars en colleges. En vanaf dit jaar komt daar dus onderzoek bij, in samenwerking met KIT Royal Tropical Institute .’

Waarom doen jullie onderzoek naar brandwonden?

“Het is belangrijk onderzoek. In Tanzania lopen veel mensen ernstige brandwonden op, waaronder veel kinderen. Er wordt veel op open vuur gekookt en in de rurale gebieden is preventie lastig. De gevolgen van brandwonden zijn vaak desastreus doordat tijdige en veilige medische zorg uitblijft. In ernstige gevallen leidt dit bij patiënten tot beperkingen in bewegingsvrijheid van gewrichten door de vorming van ernstige littekens. Dit soort problematiek zien we veel in Haydom.”

Hoe gaan jullie dit dan onderzoeken?

“Medische missies vinden veel plaats, maar er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit. Ik zal in de maanden na de medische missie, metingen doen bij patiënten. Hebben ze baat bij de operatie, kunnen ze hun ledematen weer goed bewegen? Zijn er complicaties? Wat vinden de lokale dokters van de training? En wat doen ze met de kennis die skills die ze geleerd hebben tijdens de missie? Ook zullen we onderzoeken wat de meest geschikte chirurgische behandelingen zijn in een ziekenhuis met beperkte middelen en steriliteit.”

En jij werkt daarnaast als arts Internationale Gezondheidszorg?

”Ja, ik zal ook werken op de chirurgische afdelingen. Ik ben opgeleid om in een andere cultuur en met beperkte middelen, zelfstandig en veilig te werken als arts.  In de afgelopen tweeënhalf jaar heb ik deze opleiding gedaan. Haydom biedt een fantastische kans om dit werk te combineren met zinvol onderzoek.”

“Naast het werk en het onderzoek help ik ook mee met de campagne; ‘Into the World’. ’We willen laten zien wat de  impact is van het werk van artsen Internationale Gezondheidszorg; in het buitenland, maar ook na terugkeer in de Nederlandse gezondheidszorg. De campagne kun je volgen via social media en onze website. Via crowdfunding brengen we ook een boek uit, met 12 interviews van artsen. Het boek wordt op 9 december gepresenteerd tijdens het “Into the World event.”

Wat wil jij zelf in de toekomst gaan doen?

“Na een periode werken en onderzoek doen in Afrika hoop ik de kans te krijgen me verder te specialiseren in de plastische reconstructieve chirurgie.  Om daarmee in Nederland maar ook in landen waar een tekort is aan goede artsen patiënten te kunnen behandelen en te helpen de gezondheidszorg beter te maken”

Wil je meer weten over het VUmc, kijk op: https://www.facebook.com/VUmcAmsterdam/ )

Wil je meer weten over Dokters van de Wereld: https://www.facebook.com/doktersvandewereldnl/)

Wil je meer weten over KIT Royal Tropical Institute. Check: https://www.facebook.com/Tropeninstituut/ )

Haydom Lutheran Hospital bevindt zich in de Manyara regio in het noorden van Tanzania op ongeveer 300km van Arusha. Het ziekenhuis verleent zorg aan een gebied met 900.000 inwoners. Het ziekenhuis heeft 420 bedden en 680 werknemers.Haydom Lutheran Hospital bevindt zich in de Manyara regio in het noorden van Tanzania op ongeveer 300km van Arusha. Het ziekenhuis verleent zorg aan een gebied met 900.000 inwoners. Het ziekenhuis heeft 420 bedden en 680 werknemers.
De kinderafdeling van Haydom heet ‘Lena Ward’. Een patiëntje en zijn moeder komen net naar buiten.De kinderafdeling van Haydom heet ‘Lena Ward’. Een patiëntje en zijn moeder komen net naar buiten.
Thom werkt in Haydom samen met lokale artsen en verpleegkundigenThom werkt in Haydom samen met lokale artsen en verpleegkundigen
Brandwonden kunnen bij patiënten lijken tot ernstige littekenvorming en bewegingsbeperking. Op deze foto is een letsel bij zo’n patiënt te zien, dat tot bewegingsbeperking in elleboog en pols leidt.Brandwonden kunnen bij patiënten lijken tot ernstige littekenvorming en bewegingsbeperking. Op deze foto is een letsel bij zo’n patiënt te zien, dat tot bewegingsbeperking in elleboog en pols leidt.

 

Dit jaar zagen de plastisch chirurgen een patiëntje terug, die zij vorig jaar hadden geopereerd. Haar hand was als gevolg van een brandwond helemaal vergroeid met haar onderarm. Door middel van huidtransplantaties hebben zij haar hand recht kunnen zetten. Nu, een jaar later, kon zij door de operatie en vooral ook door de goede nabehandeling met fysiotherapie haar hand weer gebruiken.

Brandwondcontractuur voor de operatieBrandwondcontractuur voor de operatie
Brandwondcontractuur voor de operatieBrandwondcontractuur voor de operatie
https://www.artsinternationalegezondheidszorg.nl/wp-content/uploads/2017/10/burn-contracture-1-year-after-surgery.mp4

okt 07 2017

George en Gon Joosten – Vijftig jaar inzet voor Afrika

Deze week een inspirerend verhaal van Adriaan Groen, tropenarts en schrijver. Adriaan Groen die zelf ook werkzaam is geweest als tropenarts in Tanzania, schrijft nu over George (tropenarts) en Gon (verpleegkundige) Joosten die zich 50 jaar lang hebben ingezet in Afrika. Het verhaal is te lezen op de website van de NVTG (www.nvtg.org), maar ook hieronder:

VIJFTIG JAAR INZET VOOR AFRIKA

Afgelopen maand veranderde de compound van Ndala Hospital (Tabora, Tanzania) voor enkele dagen in een feestterrein. Het betrof echter een feest dat bij alle 800 genodigden gemengde gevoelens opriep, want het ging om een afscheid. Na vijftig jaar inzet sloten George en Gon Joosten – hij tropenarts, zij verpleegkundige – hun bemoeienis met het Afrikaanse continent af.

George (1940) en Gon (1943) vertrokken in 1967 voor toenmalig uitzendorganisatie Memisa naar het Mukumu Hospital in Kenia. Die eerste contractperiode van vier jaar zou het begin vormen van een langdurige verbondenheid met Oost Afrika. Vrijwel onmiddellijk aansluitend vervulde George de functie van District Medical Officer van het Busia District in Kenia. Gon was beroepshalve actief in de Moeder- en Kindzorg en hield zich daarnaast bezig met allerhande maatschappelijke activiteiten.

Van 1974-1978 specialiseerde George zich in het Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam tot kinderarts, waarna het gezin weer vertrok naar het Bugando Medical Centre in Mwanza, Tanzania.

Gedurende de middelbare schoolperiode van de vijf kinderen die door de jaren heen werden geboren, vestigde de familie Joosten zich op Walcheren. George werd directeur van een kinderrevalidatiecentrum en later directeur van de Stichting Revalidatiegeneeskunde Zeeland. Gon ging aan de slag als pastoraal werker.
Ondanks het verblijf in Nederland bleef Afrika een grote rol spelen in het leven van de Joostens. Zo was George jarenlang bestuurslid van de NVTG en van de Stichting Artsen naar Ontwikkelingslanden (SANO), en zat hij in de redactie van Medicus Tropicus en van Memisa Medisch, een door Cordaid Memisa uitgegeven tweemaandelijks tijdschrift voor personeel in het veld.

In 1994, nadat alle kinderen het huis uit waren, werd het echtpaar door Cordaid/Memisa gevraagd naar het Ndala Hospital in Tanzania te gaan, een missieziekenhuis in een van de droogste en armste gebieden van Tanzania. Ze zouden de plek nooit meer loslaten. George fungeerde er als Medical Officer in charge, maar ontplooide tevens allerlei andere initiatieven, zoals de installatie van een solar system en een wateropslag voor het ziekenhuis, het opzetten van een voorlichtingsprogramma over HIV voor middelbare en lagere scholen, en de werving van fondsen voor de ontwikkeling van klinieken en scholen van het bisdom Tabora. Gon pakte de Moeder- en Kindzorg via mobiele klinieken weer op, startte vrouwengroepen in afgelegen dorpen – die ze vaak op de motor bezocht – bemoeide zich met de scholing van de lokale jeugd en nam o.a. de zorg voor aidswezen, bejaarden, gehandicapten en andere behoeftigen uit de directe omgeving van Ndala voor haar rekening. Al deze activiteiten werden ondergebracht in de Stichting Tabora, die tot op heden allerlei projecten van Ndala Hospital en van het aartsbisdom Tabora mede financiert.

De stichting, met nog een aantal andere projecten in het kielzog, vormde na terugkeer van de Joostens uit Tanzania de band die Walcheren met Tabora verbond. Middels een klein plaatselijk comité in Ndala, en met hulp van de administratie van Ndala Hospital en het bisdom Tabora, werden alle belangrijke activiteiten vanuit Oostkapelle aangestuurd. Eens per jaar bezochten Gon en George op eigen kosten gedurende twee tot drie maanden Ndala Hospital en het aartsbisdom om te zien wat er was gerealiseerd, welke voortuitgang was geboekt en welke problemen moesten worden opgelost.

Afgelopen juni, juli en augustus was hun laatste bezoek. Lokale activiteiten werden afgerond, overgedragen of worden op een andere wijze voortgezet. Het bestuur van stichting Tabora gaat na september over in handen van een jongere generatie oud-tropenartsen.

De dag na hun aankomst in Nederland sprak ik Gon en George over de telefoon. Ze waren nog een beetje brak van de reis.
‘Gaan jullie nu écht niet meer terug?’ vroeg ik nieuwsgierig.
Het bleef even stil voor er een reactie kwam. Die stilte klonk veelzeggender dan het antwoord.

Adriaan Groen

22289650_1729344500705532_5216275914938669621_o
22219714_1729344477372201_2586647848911778234_o
22179682_1729344504038865_2390993991947342987_o
22219719_1729344514038864_5134792518061743944_o
22218233_1729344580705524_704887122289561022_o
22137217_1729344604038855_8742263051960608678_o
22196187_1729344617372187_9141630834558911248_n

Foto’s van het afscheidsfeest

 

okt 04 2017

Wij zijn AIGT #9 – Sarineke Klok – Nentjes

Wellicht denk je bij artsen Internationale Gezondheidszorg alleen aan dokters met banen in het buitenland. Juist hier is hun expertise echter ook hard nodig. Het is mogelijk om na de opleiding direct in Nederland aan de slag te gaan. Sarineke Klok – Nentjes deed dit. Tijdens haar opleiding tot AIGT binnen het moeder/kind profiel, besefte ze dat ze graag in Nederland wilde werken. Ze solliciteerde bij de Kruispost in Amsterdam en werd aangenomen.

De Kruispost is een non-profit organisatie in Amsterdam die eerstelijns zorg voor onverzekerden, ongedocumenteerden en daklozen biedt. De Kruispost is geopend van maandag tot en met vrijdag en organiseert 2 spreekuren per dag. Iedereen die binnenkomt, wordt geholpen. Als non-profit organisatie is er geen link met zorgverzekeraars. De consulten duren daarom zo lang als nodig is. De vraag wordt behandeld, er wordt niet nagedacht over het halen van targets. Medewerkers van de Kruispost zijn vrijwilligers. Naast huisartsen zijn er maatschappelijk werkers, een chirurg, neuroloog en een praktijkondersteuner somatiek betrokken. Naar een apotheker wordt nog gezocht. Sarineke en een collega zijn de enige betaalde medewerkers. Sarineke zorgt voor de dagelijkse coördinatie, de werving en het inwerken van personeel. Ze waarborgt de kwaliteit van zorg en overlegt indien nodig met andere hulpinstanties, zoals de GGD. De vaardigheden op het gebied van management en opzetten van onderzoek die ze leerde bij de NTC (Nederlandse Tropen Cursus) aan het KIT Royal Tropical Institute komen hierbij goed van pas. Als ‘continue factor’ zorgt Sarineke tevens voor de chronisch zieken en patiënten met complexe problematiek.

Patiënten presenteren zich met huisartsenkwalen, maar ook met verslavings- en psychosociale problematiek. Regelmatig staan die sociale problemen de behandeling van een chronische ziekte als COPD of diabetische voet in de weg. Sommige patiënten presenteren zich pas heel laat met een ziekte en komen met een vergevorderd stadium kanker of HIV die lange tijd onbehandeld is geweest.

Sarineke wilde ooit AIGT worden omdat ze het belangrijk vindt dat iedereen zorg krijgt. ‘’Ik ontdekte gaandeweg dat er in Nederland ook mensen zijn die de weg naar de zorg niet vinden. Bij de Kruispost moet ik soms overleggen en lobbyen met andere zorg-organisaties in de omgeving om mijn patiënten op de juiste plek te krijgen. Maar als het dan lukt en ze krijgen een goede behandeling. Ja, dat is waar ik het voor doe.’’

Soms blijkt de zorgvraag van een patiënt niet zijn hulpvraag. ‘’Recent had ik een 14-jarige jongen uit Rusland op het spreekuur met hoofdpijn. Ik vroeg hem naar zijn dagbesteding en ontdekte dat hij niet naar school ging, omdat hij dacht dat dat niet mocht in Nederland. Hij hielp zijn moeder met haar schoonmaakwerk. Ik vertelde ze dat hij recht heeft op school en een diploma. Via maatschappelijk werk hebben we een plek voor hem kunnen regelen. Ongedocumenteerden hebben veel angsten omtrent de autoriteiten en wat ze wel en niet zouden mogen, waarvan een deel niet klopt. Maar je moet maar net ontdekken wat ze denken en de tijd hebben om door te vragen.‘’

Recent is er daarom een onderzoek afgerond naar ongedocumenteerde kinderen en een nieuw onderzoek naar ongedocumenteerden gestart. Sarineke vertelt: ‘’Ik merk gaandeweg dat dit echt een groep mensen is waar we weinig over weten, en waar onder zorgprofessionals ook heel weinig kennis over is. Ik hoop dat we met ons onderzoek kunnen bijdragen aan meer kennis en zo misverstanden uit de weg kunnen ruimen.‘’

Onderzoek, patiëntenzorg, multidisciplinair overleg, onderwijs. Geen dag is hetzelfde. Sarineke denkt dat vooral haar open mindset en de aandacht voor andere culturen van meerwaarde zijn tijdens haar werk. De ervaring die ze nu opdoet met een internationale groep patiënten kan ze later op heel veel manieren gebruiken. Later. Want voor nu zit ze nog perfect op haar plek bij de Kruispost.

De Kruispost is op zoek naar artsen die af en toe als vrijwilliger spreekuur willen doen. Het liefst met enige jaren ervaring. Interesse? Mail naar kruispost@oudezijds100.nl

Voor meer informatie over de Kruispost, bezoek: www.kruispost.nl

Sarineke tijdens een consult op de KruispostSarineke tijdens een consult op de Kruispost
De Kruispost is centraal in Amsterdam gelegen en biedt zorg aan onverzekerden, ongedocumenteerden en daklozenDe Kruispost is centraal in Amsterdam gelegen en biedt zorg aan onverzekerden, ongedocumenteerden en daklozen

sep 04 2017

Wij zijn AIGT #8 – Jessica Nomen

Jessica Nomen is opgeleid tot arts internationale gezondheidszorg en voor haar tweede functie als AIGT momenteel werkzaam in Chiapas, Mexico. Daar werkt ze op vrijwillige basis sinds vijf maanden in een door nonnen gerund ziekenhuis in Altamirano samen met collega-AIGT Katja Schamp.

Chiapas is een van de armste regio’s van Mexico en een groot deel van de populatie is inheems en woont op het platteland. De inheemse populatie is jarenlang achtergesteld door de overheid en circa de helft van Jessica’s patiënten is analfabeet. In deze regio is minder toegang tot gezondheidsdiensten en onderwijs en er zijn veel minder beschikbare medicijnen en vaccinaties in vergelijking met de rest van Mexico. Met name inheemse vrouwen zijn het slachtoffer van deze marginalisering en het aantal moedersterftes is hier het hoogste van het land.
Doordat het gebied een (oud-)conflict gebied is, bezit een deel van de inheemse mensen ook geen officiële papieren door bureaucratische problemen. Zij worden in het overheidsziekenhuis niet geholpen, maar wel in het ziekenhuis waar Jessica werkt. Jessica en haar voornamelijk Mexicaanse collega’s zijn in deze regio gaan werken om deze achtergestelde populatie te kunnen helpen vanuit de gedachte dat ook deze arme populatie recht heeft op gezondheidszorg.

De dagelijkse routine bestaat voor Jessica uit het werken op de polikliniek waar ze zich met name bezighoudt met de prenatale zorg en huisartsenzorg. Ze ziet veel zwangere vrouwen, maar daarnaast ook veel patiënten met diabetes en depressies. Regelmatig ziet ze ernstig zieke patiënten met bijvoorbeeld gecompliceerde tuberculose die ziekenhuisbezoek hebben uitgesteld.
Jessica zou graag de zorg voor de zwangeren in Chiapas verbeteren met een zwangerenspreekuur om de prenatale zorg te structureren en een bevalafdeling voor veilige zorg rondom de bevalling. Helaas lijkt dit laatste niet mogelijk omdat er geen gynaecoloog beschikbaar is, een van de eisen van de ziekenhuisdirectie. Een ander knelpunt is adequate gezinsplanning. Het ziekenhuis waar Jessica werkt is katholiek en wat dit onderwerp betreft erg conservatief. Voorschrijven van anticonceptie is wel mogelijk, vertelt Jessica, maar daar wordt wel op een creatieve manier mee omgegaan. De pil wordt bijvoorbeeld voorgeschreven als medicijn bij cyclusstoornissen in plaats van als voorbehoedsmiddel. Het geven van uitleg aan patiënten is in Mexico ook niet zo vanzelfsprekend als in Nederland en ze probeert dit zoveel mogelijk erbij te doen. Ze geeft aan iedere vrouw in de vruchtbare leeftijd op haar spreekuur seksuele voorlichting en ook over medicatie vertelt ze zoveel mogelijk. Zelfmedicatie is in Mexico een groot probleem en dit probeert Jessica aan te pakken door uitleg te geven over het gebruik van medicijnen en de consequenties van verkeerd gebruik van antibiotica of immunosuppressiva.

Het werken met deze populatie heeft niet alleen haar medische denkwijze veranderd, maar heeft haar ook bewust gemaakt van de invloed van politieke en maatschappelijke omstandigheden op haar patiënten. Mexicaans overheidsbeleid en jarenlange achterstelling van de inheemse populatie hebben een ontzettende grote stempel gedrukt op deze regio en dit leidt nog altijd tot lastige situaties op de werkvloer. Met name de zwaksten van de samenleving worden hierdoor het hardst getroffen. Jessica vertelt dat voordat ze hier was, ze zich dit niet zo gerealiseerd had, maar dat ze nu beseft hoe belangrijk de overheid en maatschappij zijn voor de gezondheidszorg.

Jessica’s contract van zes maanden is bijna afgelopen. Ze zou graag langer in het ziekenhuis blijven werken, maar dit is helaas niet mogelijk omdat dit niet wordt goedgekeurd door de nonnen. Jessica en Katja zullen nog drie maanden in Chiapas blijven en zullen zich aansluiten bij een organisatie in de eerstelijnszorg waarin ze een superviserende rol voor verloskundigen gaan vervullen.

Jessica werkzaam als arts in het ziekenhuis in Altamirano, ChiapasJessica werkzaam als arts in het ziekenhuis in Altamirano, Chiapas
Jessica op de poli in ChiapasJessica op de poli in Chiapas
Jessica en Katja in ChiapasJessica en Katja in Chiapas
Jessica terwijl ze een echo maakt in Altamirano, ChiapasJessica terwijl ze een echo maakt in Altamirano, Chiapas

aug 21 2017

Wij zijn AIGT #7 – Anne de Lepper

Anne De Lepper woont sinds januari 2017 met haar man Chris en dochter Élodie aan de voet van de Oret ‘’Mountain of the Wind’’ in Kalongo, Noord-Oost Uganda. Uitgezonden door de Nederlandse NGO Tweega Medica werken Anne en Chris hier in het lokale ziekenhuis. Chris als ondersteuner van het ziekenhuis management en Anne als arts Internationale Gezondheidszorg, momenteel op de gynaecologie- en verloskunde-afdeling. Het medisch team bestaat uit één Italiaanse chirurge en 4 lokale artsen.

De dagen in het ziekenhuis verlopen volgens een vast, maar qua tijd flexibel regime. “Op maandag, woensdag en vrijdag begint de dag met een meeting voor de klinische staf van het ziekenhuis, op de andere dagen beginnen we vanaf 08:30uur op de afdelingen. Ik kijk eerst hoe de zaken vergaan op de verloskamers, waar we naast een wachtruimte met 10 bedden ook 4 bevalbedden en 2 bedden voor miskramen hebben. De visite begint rond half 10 en na de visite zie ik patiënten die onderzocht moeten worden middels echografie of vaginaal onderzoek. Ik probeer daarbij de verloskundigen zo veel mogelijk te betrekken. Mijn doel is dat alle verloskundigen straks zelf een basale echo bij een zwangere kunnen maken. Het “geplande” werk wordt regelmatig onderbroken door acute zaken op de verloskamers. Vaste operatieprogramma’s doen we op de woensdag en de vrijdag. Op de maandagmiddag zie ik poliklinische patienten en bezoek ik of mijn collega samen met een verloskundige de zwangeren in de ‘waiting shelter’, die in de buurt van het ziekenhuis ligt. Daar screenen we zwangeren met ernstige zwangerschapsklachten, die (ver) overtijd zouden zijn of al meerdere keizersnedes hebben gehad en nodigen wij hen uit naar de polikliniek te komen.”

Anne heeft zich verder als doel gesteld om een start te maken met het schrijven van ziekenhuisprotocollen voor de chirurgische en verloskundige afdelingen. Daarnaast wil ze graag samen met de lokale verloskundeschool een training opzetten om neonatale reanimatievaardigheden bij de verloskundigen te verbeteren. De samenwerking met lokale artsen is regelmatig frustrerend door verschillen van mening over te voeren beleid, die maar moeizaam besproken kunnen worden, maar ook door zaken als verschil in werkattitude.
Bijvoorbeeld als zij een patiënt na een keizersnede normaal wil laten eten, maar haar collega de patiënt nuchter wil houden, of als collega’s veel patiëntenzorg overlaten aan (net beginnende) co-assistenten die in haar ogen nog onvoldoende kundig zijn.

Vanaf juni is Anne supervisor bij een door een Italiaanse NGO gefinancierd project naar screening op baarmoederhalskanker. “De palliatieve zorg is hier om te huilen. Regelmatig zie ik jonge vrouwen met vergevorderde stadia van baarmoederhalskanker, die hier niet meer te behandelen zijn. Jonge vrouwen die onvermijdelijk zullen overlijden. Screeningsprojecten zijn daarom noodzakelijk voor vroege opsporing om dit te voorkomen. Binnen het screeningsprogramma is het doel om vrouwen tussen de 20-50jaar uit te nodigen voor een vaginaal onderzoek. De baarmoedermond wordt behandeld met azijnzuur, dat afwijkingen passend bij voorstadia van kanker kan aantonen. Als deze er zijn wordt een uitstrijkje afgenomen dat opgestuurd wordt naar Kampala. Bij afwijkingen worden vrouwen vanaf oktober uitgenodigd voor een behandeling middels bevriezing van de baarmoedermond of een lisexcisie (waarbij het afwijkende stukje baarmoedermond onder lokale verdoving wordt weggehaald).” Het project is veelbelovend, maar in de uitvoering nog niet voldoende uitgewerkt. Materialen, personeel en tijd voor de screening zijn schaars, waardoor op dit moment slechts 10 vrouwen per week gescreend kunnen worden, terwijl er tienduizenden te screenen zijn in de regio. Daarbij is de follow up niet verzekerd omdat vrouwen zelf terug moeten komen en kosten van vervoer van en naar het ziekenhuis vaak een beperkende factor is. Anne hoopt daarom dat het budget, dat nog niet vastgesteld is, snel rond is zodat ze met deze knelpunten aan de slag kan.

Anne aan het werk op de gynaeocologie en verloskunde afdelingen van het ziekenhuis in Kalongo.Anne aan het werk op de gynaeocologie en verloskunde afdelingen van het ziekenhuis in Kalongo.
Anne aan het werk op de gynaeocologie en verloskunde afdelingen van het ziekenhuis in KalongoAnne aan het werk op de gynaeocologie en verloskunde afdelingen van het ziekenhuis in Kalongo
Anne, Chris en Élodie in UgandaAnne, Chris en Élodie in Uganda

aug 06 2017

Wij zijn AIGT/ MDGlobalHealth #6 – Irene de Vries

Irene de Vries, AIGT, completed a Master’s degree in medical anthropology before starting her clinical internships and graduating as medical doctor. International health in general, with maternal and newborn health in particular, has always had her special attention.

Feeling the need for hands-on experience before making a choice between clinical work and policy making, she started residential training in global health and tropical medicine, in paediatrics and gynaecology. Irene graduated from the program in 2013. Together with her partner Huub Stelder, she applied for a job at Saint Francis Hospital in rural Zambia, where they both worked as clinicians for two years. In Saint Francis, Irene focused mainly on paediatrics and obstetric care. After a period of observing, she noticed some of the gaps where she could step in, in order to contribute to a sustainable improvement of the local health care system. She introduced (and educated local staff on) kangaroo mother care for premature babies as a complement to traditional incubator care, supervised midwives and licentiates in training, introduced recurrent neonatal resuscitation scenario training, CTG interpretation training and was involved in the cervical cancer screening clinic. Furthermore she supervised the involvement of the hospital in an international trial on tranexaminic acid in the prevention of death from post-partum hemorrhage. Irene: ‘’I knew it would be an illusion to make structural changes in the relatively short period that we spent in Zambia, but I did know I could make a difference by working side by side with local staff while empowering them on mother and childcare. Looking back, that was what made my time in Saint Francis most meaningful. ‘’

Returning from Zambia, Irene worked for a year in obstetrics and gynaecology at the OLVG in Amsterdam. ‘’ After a few months I realised that this job lacked my primary interest; maternal health in a low resource setting. I knew then that I did not want to pursue a clinical career in the Netherlands. Recently I started working at KIT Royal Tropical Institute as advisor in sexual and reproductive health and rights (SRHR), with an emphasis on maternal and newborn care. At KIT my team supports governments and NGOs through capacity building, knowledge generation and health systems strengthening in regard to SRHR. We work together with local partners in LMICs and, through qualitative and quantitative research, evaluate the efficacy of local programs and interventions aimed to improve care.’’

Although Irene chose a career in policy making and research, she still feels that her background as MD Global Health proves invaluable. She explains: ‘I feel I can relate more. I’ve been on the ground. I’ve seen and experienced some of the problems our projects are aimed at.’’

For more information about KIT Health, visit: https://www.kit.nl/health/

Irene at work in Zambia at Saint Francis HospitalIrene at work in Zambia at Saint Francis Hospital
Irene introduces kangaroo mother care in the SCBU (special care baby unit)Irene introduces kangaroo mother care in the SCBU (special care baby unit)

jul 06 2017

Wij zijn AIGT #5 – Rembrant Aarts

Na zijn opleiding tot arts internationale gezondheidszorg, werkte Rembrant Aarts (1975) 10 maanden voor Artsen Zonder Grenzen in Burundi, alvorens een baan in Beira in Mozambique aan te nemen. Daar zette hij met een team onder leiding van een Nederlandse decaan het probleem gestuurd onderwijs (PGO) voor universitaire opleidingen (waaronder geneeskunde) op, dat hij al uit zijn studentenjaren in Maastricht kende. Rembrant was betrokken bij het ontwikkelen van onderwijsmethodologie en professionalisering van het docententeam, maar superviseerde ook een huisartsenkliniek en deed gedurende 1 dagdeel per week consulten in een primary healthcare center. Hij wist al snel dat hij hierna psychiater wilde worden. Na 4 jaren in Afrika solliciteerde hij vanuit Mozambique voor de opleiding – en werd aangenomen.

Na zijn opleiding tot volwassenen psychiater specialiseerde Rembrant zich bij Equator foundation en ARQ psychotrauma expert groep in psychotrauma, interculturele psychiatrie en psychotherapie. Bij zijn huidige werk bij Equator Foundation ligt de focus op psychiatrische zorg in een transcultureel kader, met als aandachtsgebied de zorg voor gemarginaliseerde groepen die psychische gevolgen ondervinden van doorgemaakte gebeurtenissen. ‘’Door mijn achtergrond in global health, merk ik dat ik mijn eigen vanzelfsprekendheden makkelijker los kan laten en over culturele barrières heenstap als ik ongedocumenteerde migranten of slachtoffers van mensenhandel behandel,’’ vertelt Rembrant. ‘’Wat ik daarbij bijzonder vind aan de Equator foundation, is dat het ons lukt om groepen die vermeden worden door het reguliere zorgsysteem, toch adequate zorg te bieden. Voor deze zorg en de combinatie met innovatie en wetenschappelijk onderzoek ontving Equator Foundation in 2016 een topGGZ certificering. Slachtoffers van mensenhandel en ongedocumenteerde migranten ontwikkelen vaak meerdere klachten. Om recht te doen aan het recht op gezondheidszorg, werken wij nauw samen met huisartsen en maatschappelijke organisaties om zo’n patiënt zo goed mogelijk te kunnen opvangen. Naast transculturele psychiatrie, blijft Rembrant veel voldoening halen uit het geven van onderwijs: ‘’Ik geef graag onderwijs. Zowel in de vorm van gastcolleges aan medisch studenten als onderwijs aan militair artsen of mental health binnen de Nederlandse Tropen Cursus. “ Anderen stimuleren, bewegen en motiveren. Als AIGT ondervond ik hoe essentieel die kennisoverdracht is.’’

IMG_5660IMG_5660
RembrantMSFRembrantMSF

Bezoek http://www.equatorfoundation.nl of https://psychotraumanet.org/nl/experts/aarts-rembrant-0 voor meer informatie

jul 06 2017

Wij zijn AIGT #4 – Jamilah Sherally

Jamilah Sherally is als kersverse Arts Internationale Gezondheidszorg vorige week vertrokken naar Nigeria om daar voor Artsen zonder Grenzen te werken. Voor Jamilah was AZG van jongs af aan al een droom. Onlangs heeft zij de “oude tropenopleiding” met het klassieke profiel afgerond, en tevens heeft zij zeven maanden bij de kindergeneeskunde in het Rijnstate ziekenhuis gewerkt.

De kinderafdeling van het lokale ziekenhuis in het noordwesten van Nigeria waar zij heen gaat, beschikt over ca. 100 bedden en is in 2010 overgenomen door AZG om de hoge kindersterfte ten gevolge van loodvergiftiging door een artisanale goudmijn in het gebied aan te pakken.

De afgelopen maanden heeft Jamilah zich kunnen voorbereiden op deze missie. Naast het papierwerk, interviews en voorbereidingsweek, werd vooral haar geduld erg op de proef gesteld. Ze stond te popelen om weg te gaan, maar gekoppeld worden aan een missie als first missioner kan enige tijd duren weet ze nu. Nu het zover is, kijkt  ze ontzettend uit naar haar eerste uitzending, maar verwacht ze wel dat aanpassing noodzakelijk is: “Het feit dat je weinig bewegingsvrijheid hebt omdat je in een instabiel land werkt, is lastig. Een andere uitdaging is het ontdekken van je (medische) rol in het systeem. Ik zal straks namelijk leiding gaan geven aan lokale artsen. Gelukkig weet ik uit ervaring dat het ook in Nederland altijd even duurt om je plek te vinden.”

Jamilah verwacht alles wat ze geleerd heeft tijdens de opleiding tot AIGT in de praktijk te kunnen brengen en kijkt uit naar het samenwerken met een hecht team, bestaande uit lokale staf, in een internationale omgeving. Na deze missie in Nigeria hoopt ze een uitzending met haar partner te doen. Voor de verre toekomst lonkt de public health of vluchtelingenzorg.

Foto Jamilah 2Foto Jamilah 2
Foto Jamilah 3Foto Jamilah 3
Foto Jamilah 1Foto Jamilah 1

jul 06 2017

Wij zijn AIGT #3 – Geerte den Hollander

Geerte den Hollander is AIGT in opleiding en woont en werkt tot begin juli 2017 in Makunda, een klein dorp in India, in het kader van haar buitenlandstage. Door de afgelegen locatie van het ziekenhuis trekt het louter gemotiveerde hulpverleners aan; iedereen heeft bewust voor deze plek gekozen en het team is daarom hecht. Na een korte inwerkperiode van 2 weken ging Geerte aan de slag op de verloskunde afdeling, waar 550-600 bevallingen per maand gedaan worden. Ze superviseert de verpleegkundigen die werken als verloskundige en leert lokale junior dokters te functioneren binnen de verloskunde. De afdeling is chronisch onderbezet. Ze werkt zes of zeven dagen per week, met daarbovenop gemiddeld 3 keer per week ook de avond en nacht.

 

Bij haar start op de verloskunde liep Geerte tegen de cultuurverschillen aan: ‘’In India wordt niet open gesproken over bevallen. Daardoor begrijpen veel vrouwen niet wat hun overkomt als ze weeën krijgen. Het proces wordt als schandelijk gezien, vrouwen ondergaan het alleen. De verpleging is niet altijd even geduldig door de hoge werkdruk. Mijn collega Inge en ik proberen op kleine manieren de patiënten met zorg te benaderen en ze voor te bereiden op het opvangen van weeën. Ze zijn daardoor iets minder bang. De zusters zien dit en proberen het zelf ook steeds vaker. Ook leiden ze nu soms een bevalling in met een ballon in plaats van met hormonen, nadat wij dat hier introduceerden. Bij de zwangerschapscontroles hebben we internationale groeicurves geïntroduceerd om foetus die weinig- of niet groeien op te sporen. Door deze zwangerschappen eerder in te leiden hopen we sterfte in de baarmoeder te kunnen verminderen. ”

 

Omgekeerd leren zij veel van de zusters. “Tijdens onze opleiding in Nederland lag de nadruk op preventie van zwangerschapscomplicaties, maar de complicaties zelf zagen we vrijwel nooit. Een vacuümbevalling op een stuipende vrouw komt hier regelmatig voor. De verpleging voelt feilloos aan welke vrouwen risico lopen en handelt snel. Door het hechte samenwerken leer ik die patiëntes zelf ook te herkennen. Mijn klinische blik ontwikkelt zich verder.’’

onderwijsonderwijs
MaternityMaternity
LokalecollegasLokalecollegas

Geerte volgen? http://geertesgalore.blogspot.nl

jul 06 2017

Wij zijn AIGT #2 – Inge Sorgdrager-Brouwer

Inge Sorgdrager-Brouwer , arts internationale gezondheidszorg, en haar man Maarten werken sinds augustus 2015 in de binnenlanden van Suriname voor de Medische Zending. Met hun gezin wonen ze in Nieuw Aurora,  waar Inge en Maarten poliklinieken superviseren. Het werk betreft met name eerstelijns (huisarts-) geneeskunde en public health.  Zo zien ze patiënten met diabetes en doen ze routine controles bij zwangeren, maar zijn ze recent ook betrokken geweest bij de screening naar baarmoederhalskanker bij vrouwen boven de 20jaar.  Kwaliteit- en verbetering van zorg staan centraal en worden door MZ actief gecontroleerd.

 

Inge en Maarten werken in Suriname nauw samen met lokale collega’s. Ze vertellen: ‘’De Medische Zending heeft speciaal voor deze afgelegen plek een opleiding tot gezondheidsassistent opgezet. Geïnteresseerde kandidaten, met een instapniveau dat equivalent is aan 2e klas VMBO, worden in een vier jaar durende opleiding klaargestoomd om eenvoudige medische problemen zelf te behandelen met behulp van behandelprotocollen. De opleiding begint met een jaar meekijken op de polikliniek en eindigt met praktische stages. Ieder jaar studeren er 8-10 frisse gezondheidsassistenten af.  Ze functioneren hier als een soort nurse practitioners, maar kunnen wat betreft theoretische kennis nog veel bijleren.’’ Inge en Maarten besteden daarom veel tijd aan het geven van aanvullend onderwijs, het uitbreiden van protocollen en supervisie van de assistenten. ‘‘Om hier goede zorg te kunnen leveren is een onderlinge vertrouwensband en een stukje acceptatie onontbeerlijk. ‘’

Voorlichting HIV-AIDS wereldaidsdagVoorlichting HIV-AIDS wereldaidsdag
Inge op politochtInge op politocht
Fam Sorgdrager op OkobergFam Sorgdrager op Okoberg
Team van poli LaduaniTeam van poli Laduani

Meer lezen over Medische Zending Suriname? Bezoek: http://medischezending.sr

mei 29 2017

Wij zijn AIGT #1 – Rian Jager

Rian Jager, AIGT in opleiding, is van januari tot juli in Pokola in het noorden van Congo-Brazzaville voor haar buitenlandstage. Hier werkt ze in een klein ziekenhuis onder supervisie van Simone Koopman, arts internationale gezondheidszorg en een Congolese arts. Het ziekenhuis heeft 42 bedden, radiologie, echo en een operatiekamer.

Rian startte twee maanden geleden een family planning project. Ze vertelt: ‘’In ons ziekenhuis hebben we uitgebreide mogelijkheden ter anticonceptie; condooms, de pil, prikpil, spiraal. Allemaal gratis. Toch zijn er in het afgelopen jaar 150 meisjes jonger dan 20 jaar bevallen en zien we zwangeren van 13 en 14jaar. Veel van die zwangerschappen zijn ongewenst en worden niet zelden op gruwelijke wijze afgebroken. Toen ik uitzocht waarom zoveel jonge meisjes zwanger worden, kwamen de lokale vooroordelen over anticonceptie aan het licht. Zo zou je er blijvend onvruchtbaar van raken of kanker van krijgen. Van de risico’s van SOA’s en HIV zijn slechts weinigen zich bewust. Correcte seksuele voorlichting wordt hier niet gegeven.‘’ Samen met een lokale verloskundige heeft Rian daarom een voorlichtingsprogramma ontwikkeld. Ze organiseren voorlichting in kerken en op scholen en zijn zelfs op de lokale TV geweest. Deelnemers zijn enthousiast en stellen veel vragen. Rian: ‘’ We zijn pas net van start, maar de continuïteit lijkt gewaarborgd; Door het enthousiasme is mijn lokale collega vastbesloten met het team de workshops voort te zetten. Hopelijk kunnen we het perspectief van jonge meisjes dus blijven verbeteren. Ook straks als mijn stage afgerond is.’’

Rian volgen?

www.rianjager.com

Rianfoto2Rianfoto2
Rianfoto1Rianfoto1

Volg ons

© Copyright 2016 - International Health and Tropical Medicine