Anne De Lepper woont sinds januari 2017 met haar man Chris en dochter Élodie aan de voet van de Oret ‘’Mountain of the Wind’’ in Kalongo, Noord-Oost Uganda. Uitgezonden door de Nederlandse NGO Tweega Medica werken Anne en Chris hier in het lokale ziekenhuis. Chris als ondersteuner van het ziekenhuis management en Anne als arts Internationale Gezondheidszorg, momenteel op de gynaecologie- en verloskunde-afdeling. Het medisch team bestaat uit één Italiaanse chirurge en 4 lokale artsen.
De dagen in het ziekenhuis verlopen volgens een vast, maar qua tijd flexibel regime. “Op maandag, woensdag en vrijdag begint de dag met een meeting voor de klinische staf van het ziekenhuis, op de andere dagen beginnen we vanaf 08:30uur op de afdelingen. Ik kijk eerst hoe de zaken vergaan op de verloskamers, waar we naast een wachtruimte met 10 bedden ook 4 bevalbedden en 2 bedden voor miskramen hebben. De visite begint rond half 10 en na de visite zie ik patiënten die onderzocht moeten worden middels echografie of vaginaal onderzoek. Ik probeer daarbij de verloskundigen zo veel mogelijk te betrekken. Mijn doel is dat alle verloskundigen straks zelf een basale echo bij een zwangere kunnen maken. Het “geplande” werk wordt regelmatig onderbroken door acute zaken op de verloskamers. Vaste operatieprogramma’s doen we op de woensdag en de vrijdag. Op de maandagmiddag zie ik poliklinische patienten en bezoek ik of mijn collega samen met een verloskundige de zwangeren in de ‘waiting shelter’, die in de buurt van het ziekenhuis ligt. Daar screenen we zwangeren met ernstige zwangerschapsklachten, die (ver) overtijd zouden zijn of al meerdere keizersnedes hebben gehad en nodigen wij hen uit naar de polikliniek te komen.”
Anne heeft zich verder als doel gesteld om een start te maken met het schrijven van ziekenhuisprotocollen voor de chirurgische en verloskundige afdelingen. Daarnaast wil ze graag samen met de lokale verloskundeschool een training opzetten om neonatale reanimatievaardigheden bij de verloskundigen te verbeteren. De samenwerking met lokale artsen is regelmatig frustrerend door verschillen van mening over te voeren beleid, die maar moeizaam besproken kunnen worden, maar ook door zaken als verschil in werkattitude.
Bijvoorbeeld als zij een patiënt na een keizersnede normaal wil laten eten, maar haar collega de patiënt nuchter wil houden, of als collega’s veel patiëntenzorg overlaten aan (net beginnende) co-assistenten die in haar ogen nog onvoldoende kundig zijn.
Vanaf juni is Anne supervisor bij een door een Italiaanse NGO gefinancierd project naar screening op baarmoederhalskanker. “De palliatieve zorg is hier om te huilen. Regelmatig zie ik jonge vrouwen met vergevorderde stadia van baarmoederhalskanker, die hier niet meer te behandelen zijn. Jonge vrouwen die onvermijdelijk zullen overlijden. Screeningsprojecten zijn daarom noodzakelijk voor vroege opsporing om dit te voorkomen. Binnen het screeningsprogramma is het doel om vrouwen tussen de 20-50jaar uit te nodigen voor een vaginaal onderzoek. De baarmoedermond wordt behandeld met azijnzuur, dat afwijkingen passend bij voorstadia van kanker kan aantonen. Als deze er zijn wordt een uitstrijkje afgenomen dat opgestuurd wordt naar Kampala. Bij afwijkingen worden vrouwen vanaf oktober uitgenodigd voor een behandeling middels bevriezing van de baarmoedermond of een lisexcisie (waarbij het afwijkende stukje baarmoedermond onder lokale verdoving wordt weggehaald).” Het project is veelbelovend, maar in de uitvoering nog niet voldoende uitgewerkt. Materialen, personeel en tijd voor de screening zijn schaars, waardoor op dit moment slechts 10 vrouwen per week gescreend kunnen worden, terwijl er tienduizenden te screenen zijn in de regio. Daarbij is de follow up niet verzekerd omdat vrouwen zelf terug moeten komen en kosten van vervoer van en naar het ziekenhuis vaak een beperkende factor is. Anne hoopt daarom dat het budget, dat nog niet vastgesteld is, snel rond is zodat ze met deze knelpunten aan de slag kan.